Transvaal Apotheek

Krugerstraat 1 1091 LB Amsterdam Tel:(020) 6650893

Medische Encyclopedie

Inhoud

Hoge bloeddruk

Wat is hoge bloeddruk?

Meestal is het niet duidelijk waardoor je precies een hoge bloeddruk hebt. Als andere mensen in je familie er last van hebben, heb je meer kans dat je het ook krijgt.

Ook hierdoor heb je meer kans op een hoge bloeddruk:

  • roken
  • te zwaar zijn
  • veel alcohol drinken
  • weinig bewegen
  • ouder worden
  • veel zout eten
  • veel drop eten
  • medicijnen, zoals sommige pijnstillers (ibuprofen, naproxen, diclofenac) of hormonen die ontstekingen remmen (prednison)
  • de pil slikken
  • heel soms: een ziekte zoals een nierziekte

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Met gezonder leven kan je bloeddruk lager worden.

Stoppen met roken

Als je rookt, is stoppen met roken het belangrijkst. Want roken geeft veel schade aan je hart en bloedvaten. Ook ergens zijn waar andere mensen roken is slecht.
Vraag hulp om te stoppen. Want de kans dat je stopt is het grootst als je hulp krijgt van een stoppen-met-roken-coach, de praktijkondersteuner of de huisarts.

Genoeg bewegen

Zorg dat je genoeg beweegt. Beweeg 2 en een half uur of meer per week actief. Bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen. Je mag ook heel actief sporten, bijvoorbeeld hardlopen, voetballen, fitness, dansen of een vechtsport.

Probeer minder te zitten. Doe je vooral zittend werk? Ga vaker staan. Of loop elk half uur even rond.

Ben je te zwaar? Probeer dan af te vallen. Misschien kun je meedoen aan een leefstijl-programma. Je leert gezond eten, gezond bewegen en je gedrag veranderen, waardoor je de gezonde gewoontes volhoudt. Je huisarts of praktijkondersteuner kan je er meer over vertellen.

Gezonder eten en drinken
  • Eet en drink gezonder.
  • Eet zo weinig mogelijk zout. Zet bijvoorbeeld geen zout op tafel en gebruik het niet tijdens het koken. Kies zoveel mogelijk voor andere smaakmakers, zoals (verse) kruiden.
  • Ook kun je beter geen drop eten. Drink ook niet veel zoethout-thee. In drop en zoethout zit een stof die de bloeddruk hoger maakt (glycyrrizine).
  • Drink geen alcohol. Drink je wel alcohol, doe het dan niet elke dag en niet meer dan 1 glas alcohol per dag.
Minder stress

Heb je veel stress? Kijk dan naar hoe het komt. Je huisarts kan je daarbij helpen.
Probeer de stress minder te maken.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Speciaal bij hoge bloeddruk

  • Bloeddruk meten

Een hoge bloeddruk zorgt voor een hoger risico op andere hart- en vaatziekten, net als een hoge bloeddruk. Het is daarom belangrijk dat uw bloeddruk in de gaten wordt gehouden. In sommige apotheken kan de apotheker uw bloeddruk meten. Ook kunt u zelf thuis uw bloeddruk meten, door gebruik te maken van een bloeddrukmeter. Uw apotheker kan u begeleiden in het zelf meten van uw bloeddruk.

  • Stoppen met roken

Roken zorgt voor een hoger risico op andere hart- en vaatziekten, net als een hoge bloeddruk. Daarom is het belangrijk te stoppen met roken. In de apotheek kunt u nicotinevervangende middelen kopen die u kunnen helpen bij het stoppen met roken. Uw apotheker kan u advies geven over het gebruik van deze middelen.

Roken kan ook de afbraak van bepaalde medicijnen versnellen. Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van die medicijnen in het bloed toenemen. Hierdoor kunnen ze sterker werken of bijwerkingen geven. U heeft dan een lagere dosering nodig. Geef het dus aan uw apotheker door als u stopt met roken. De apotheker kan dan controleren of de dosering van uw medicijn omlaag moet en dit doorgeven aan uw arts.

  • Stoppen en afbouwen van medicijnen die de bloeddruk verlagen

Een te hoge bloeddruk geeft een hogere kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen. Daarom is het belangrijk dat u niet zomaar stopt met bloeddrukverlagers. Maar ouderen kunnen soms nadenken of ze willen doorgaan of stoppen met bloeddrukverlagers. Denkt u erover na om te stoppen met uw bloeddrukverlager? Bekijk dan het thema ‘Kan ik stoppen met mijn medicijnen die de bloeddruk verlagen (bloeddrukverlagers)?‘.

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Bel direct 112, de huisarts of de huisartsen-spoedpost in deze situaties:

  • Je hebt pijn op je borst.
  • Je hebt opeens veel pijn tussen je schouders.
  • Je bent erg benauwd.
  • Je hebt een verlamde arm of een verlamd been, een scheve mond of je kunt opeens niet goed meer praten.

Bel dezelfde dag je huisarts of de huisartsen-spoedpost in deze situaties:

  • Je meet een bovendruk hoger dan 180 en je hebt er klachten bij zoals hoofdpijn, erg duizelig zijn of benauwd zijn.
  • Je bovendruk is hoger dan 200 en dat is hoger dan je gewend bent.
    Je hebt de bloeddruk op 1 dag vaker gemeten en de bovendruk blijft zo hoog.
  • Je bovendruk is lager dan 90.

Maak een afspraak met je huisarts of bel met je huisarts of de praktijkondersteuner in deze situaties:

  • Je bovendruk is tussen 180 en 200 en dat is hoger dan je gewend bent.
  • Je bovendruk is een week lang tussen 160 en 180. En dat is hoger dan je hebt afgesproken.
  • Je bloeddruk is een maand lang hoger dan je hebt afgesproken met de huisarts of de praktijkondersteuner. Maar lager dan 160.
  • Je bovendruk is een week lang lager dan 110, maar hoger dan 90.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Plasmiddelen
Door plasmiddelen scheiden de nieren meer zout uit dat vocht met zich meetrekt en via de urine afvoert. Hierdoor blijft er minder vocht achter in de bloedbaan, waardoor de bloeddruk daalt.

  • Thiazide-plasmiddelen. Voorbeelden zijn chloortalidon, hydrochloorthiazide en indapamide.
  • Kaliumsparende plasmiddelen zorgen behalve het vocht afdrijvend (vermogen) effect ook dat er minder kalium wordt uitgescheiden via de nieren, zodat de kans op bijwerkingen op het hart minder wordt. Deze middelen worden gebruikt als de hoeveelheid kalium in uw bloed te laag is. Voorbeelden zijn spironolacton en triamtereen.
  • Thiazide-plasmiddelen in combinatie met kaliumsparende plasmiddelen. Voorbeelden zijn hydrochloorthiazide in combinatie met triamtereen en hydrochloorthiazide in combinatie met amiloride.
  • Lis-plasmiddelen. Voorbeeld is furosemide.

Bètablokkers
Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger gaat pompen en verwijden de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, labetalol, metoprolol, nebivolol en propranolol.

ACE-remmers
ACE-remmers remmen de werking van het Angiotensine Converterend Enzym (ACE). Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat. Verder hebben ACE-remmers ook invloed op de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.

Angiotensine-II-blokkers
Angiotensine-II-blokkers remmen de werking van de lichaamseigen stof angiotensine-II. Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat.

Verder bevorderen angiotensine-II-blokkers de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, olmesartan, telmisartan en valsartan.

Calciumblokkers
Calciumblokkers verlagen de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten, waardoor de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen waardoor de bloeddruk omlaag gaat. De calciumantagonisten verapamil en diltiazem vertragen bovendien de hartslag, zodat het hart rustiger gaat pompen en de bloeddruk omlaag gaat.

Calciumblokkers worden alleen voorgeschreven als andere bloeddrukverlagende middelen niet voldoende werken of niet kunnen worden gebruikt. Voorbeelden zijn amlodipine, barnidipine, diltiazem, felodipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine met vertraagde afgifte en verapamil.

Alfablokkers
Alfablokkers maken de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Alfablokkers zijn geen eerste-keuzegeneesmiddelen vanwege bijwerkingen als duizeligheid. Ze worden alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Alfablokkers worden vaak in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt. Voorbeelden zijn doxazosine en terazosine.

Vaatverwijders
Vaatverwijders verslappen de spieren in de wand van de slagaders. Hierdoor verwijden deze bloedvaten. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ze wordt altijd in combinatie met plasmiddelen en bètablokkers voorgeschreven, om zo bepaalde bijwerkingen van vaatverwijders af te zwakken. Een voorbeeld is minoxidil.

Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen
Centraalwerkende bloeddrukverlagers hebben hun werking in de hersenen. Een hoge bloeddruk kan ontstaan doordat de hersenen de bloedvaten een signaal geven om te vernauwen. Te nauwe bloedvaten geven een hoge bloeddruk. Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen verhinderen dit signaal, waardoor de bloeddrukverhoging niet optreedt. Voorbeelden zijn methyldopa, moxonidine en clonidine.

Methyldopa wordt meestal alleen voorgeschreven aan zwangere vrouwen met een hoge bloeddruk, omdat is bewezen dat dit middel veilig is voor het ongeboren kind.

Aliskiren 
Aliskiren vermindert de werking van renine. Deze lichaameigen stof kan bloedvaten laten vernauwen en de bloeddruk laten stijgen. Door de werking van renine te remmen, vernauwen de bloedvaten niet en kan het bloed beter doorstromen. Hierdoor daalt de bloeddruk.

Terug naar overzicht